De Groene Raad kreeg een advies vraag over wat te doen aan onkruid in een nieuw aangelegde tuin. Zie onder voor ons advies.
Iedere heftige grondbewerking, bijvoorbeeld bij het op de schop gooien en herinrichten van de tuin, komen de slapende zaden van pionier planten naar boven. Deze ontkiemen onder invloed van licht.
Wat je kan doen is de omgeving van de gewenste (vaste) planten en heesters bedekken met een flinke laag (circa 10 cm) blad, compost, houtsnippers of boomschors (afhankelijk van de uitstraling die gewenst is). Daarna geen grote grondroerende bewegingen meer uitvoeren zoals spitten en schoffelen. Nieuwe planten de grond in en individuele onkruidjes weghalen kan natuurlijk wel nog gewoon. Het los weghalen van, het liefst nog niet bloeiend, onkruid moet je zelfs gewoon blijven doen, want sommig onkruid komt namelijk van boven door wind en vogels.
Als er nog nieuwe stukken ingezaaid moeten worden, al dan niet met één-jarigen, is het wat lastiger. Die stukken zou je dan moeten overslaan met mulchen en misschien met wat (tijdelijke) stokjes/takken aangeven zodat je weet waar je extra op het onkruid moet letten. De clue is dan wel dat je kijkt of je onkruid al vroeg kan identificeren. Dat vergt enige oefening maar als je de paar grootste boosdoeners eenmaal in de smiezen hebt is het grootste werk gedaan!
Bovenstaand is dus geen instantaan wonder middel. Uit ervaring kunnen we zeggen dat als je grotere grondroerende acties, zoals schoffelen dus, voorkomt je binnen een jaar of 2 al een hele verbetering ziet. Na enkele jaren was het zelfs nog maar een handje vol per jaar! Daarbij kwam natuurlijk wel dat er in de tuin een hoop gewenste planten stonden zodat de eventuele onkuidzaden op de grond ook weinig kans kregen tot ontkiemen/groei door de competitie van deze gewenste planten.
Nog een aanvullende opmerking is dat onkruid ‘in the eye of the beholder’ is. Onkruid is vaak inheems en kan heel mooi zijn. Denk aan robertskruid, paardenbloem, koekoeksbloemen etc. Onze eigen tuinen (en stoep) staan bijvoorbeeld vol met kleine campanula, fijnstraal en oregano. Veel mensen vinden het te veel, maar wij vinden het juist gezellig. Veel traditionele tuinierders zien campanula zo wie zo als onkruid, mogelijk omdat het zich goed uitzaait. Voor ons is het echter een makkelijke bodem bedekkende plant die het ook goed in de schaduw doet en leuk bloeit, ook in combinatie met andere planten.
Kortom: mulchen en ideaal gezien blijven mulchen elk jaar, onkruid blijven uittrekken (niet schoffelen), geduld hebben en vooral proberen je niet te veel van de critici aan te trekken.
Voor de dame die advies zocht hadden we nog een extra tip: Mocht je het leuk vinden dan zou je zelfs je kleinkinderen een bordje kunnen laten maken waarop iets staat als: ‘Deze tuin wordt weer inheems begroeid’. In de hoop dat mensen snappen dat de tuin een ‘work in progress’ is.
Een klein jaar na de gegeven tips zijn we nagegaan of ze geholpen hebben:
“Met de tuin gaat het veel beter. De laag boomschors heeft zeker geholpen, en de bodembedekkers ook. Tot mijn verbazing bleken plantjes waarvan ik dacht dat ze het oerwoud van vorig jaar niet overleefd hadden, er na de winter maanden toch heel opgewekt bij te staan. Het gaat dus langzamerhand echt wat worden. Ik kom nog wel dagelijks ongewenst bezoek tegen als herik en melde, maar ook leuke gasten, als bleke klaprozen, kamille en zachte ooievaarsbek.”
